Marginalia 14

Reflecties en oprispingen
Augustus 2017

Was Van der Laan te positief over het verzet tegen de Jodenvervolging?
Op 30 juli zorgde de ernstig zieke burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, voor een gedenkwaardige televisieavond. Dat het een memorabele aflevering van Zomergasten werd, was mede te danken aan de betrokken interviewer Janine Abbring die zich goed had voorbereid. In de meeste kranten werd er uitvoerig aandacht aan besteed. Naast lof was er ook kritiek. In de NRC (03-08-17) verklaarde Evelien Gans, emeritus hoogleraar moderne Joodse geschiedenis, met gemengde gevoelens naar het betoog van de ook door haar gerespecteerde burgemeester te hebben geluisterd. Ze vond dat Van der Laan probeerde het beeld bij te stellen als zou Nederland zich niet genoeg tegen de Jodenvervolging hebben verzet en daarin was doorgeschoten. Als kind van ouders die in het verzet zaten, was Van der Laan al vroeg betrokken bij alles wat met ‘de oorlog’ te maken had, maar dat kan – aldus Evelien Gans – soms ook leiden tot blikvernauwing.
Bij mij riep het interview toch andere associaties op. Van der Laan sprak geëmotioneerd over Amsterdam in de oorlog: Amsterdam, die prachtige stad met twee zielen in zijn borst; aan de ene kant de terechte trots over de februari-staking in 1941 en aan de andere kant de schaamte over het enorme aantal gedeporteerde Joodse inwoners. Die staking was uniek. In geen enkel land legden duizenden arbeiders het werk neer om te protesteren tegen de anti-joodse maatregelen van de bezetter. Maar anderhalf jaar later heerste passiviteit toen de transporten naar Westerbork begonnen. Janine Abbring vulde aan: 73% heeft de Holocaust niet overleefd, wat Van der Laan bevestigde. In Wikipedia lees ik:: Van de circa 140.000 Joden in Nederland werden er 107.000 gedeporteerd en keerden 5200 levend terug.
Op de vraag hoe dit enorme aantal moet worden verklaard ging Van der Laan niet in. Wel wees hij op enkele algemeen aanvaarde verklaringsfactoren:
– Het in Nederland bestaande bezettingsregime bestond uit een burgerlijk bestuur, onder leiding van fanatieke Oostenrijkse nazi’s, zoals Reichskommissar Seyss-Inquart en SS-generaal Rauter. In België en Frankrijk waren ideologisch minder gemotiveerde Duitse militairen aan de macht.
– De perfecte organisatie van de bevolkingsregistratie van de Nederlandse overheid. Wie zich als Jood beschouwde stond ook als zodanig geregistreerd. Anders dan in België hadden Nederlandse Joden hun identificatie aan de overheid toevertrouwd.
Ik voeg hier nog aan toe:
– Het overgrote deel van de Nederlandse Joden woonde in Amsterdam (vaak nadat zij gedwongen waren daarheen te verhuizen), zodat zij gemakkelijk konden worden opgespoord om naar Westerbork te worden getransporteerd.
– De Joodse Raad in Amsterdam werkte verzet onder de Joden tegen. Slechts 1 op de 7 Joden heeft geprobeerd om een onderduikadres te vinden.
– Koningin Wilhelmina heeft, door de Joden in haar radiotoespraken vrijwel nooit te noemen (ze deed dat slechts tweemaal), geen gebruik gemaakt van de propagandamogelijkheden van Radio Oranje.

Niet te ontkennen valt voorts dat de massale deportatie van de Joden alleen maar mogelijk is geweest door de inzet van de Nederlandse Politie en de Nederlandse Spoorwegen. Nog steeds een afschuwelijke gedachte. Helaas kwam het verzet tegen de Jodenvervolging pas in 1943 goed op gang, toen het voor de meeste Joden al te laat was. Voor Van der Laan is dat altijd een pijnpunt geweest, wat ook bleek tijdens zijn toespraken bij Auschwitzherdenkingen. Volgens Evelien Gans kon hij daarom nu niet in één adem betogen dat de Nederlanders zowel “hartstikke anti-Duits” als “hartstikke” tegen de Jodenvervolging waren. Ik houd staande dat met zijn constatering niets mis was en zie er bovendien niets in om iemand als Eberhard van der Laan op deze wijze te bekritiseren.
Juist deze burgemeester behoeft geen morele keuring.

Categorieën:Marginalia