Drs. Mallebrootje is een creatie van Remco Campert. Over de avonturen van de doctorandus wordt regelmatig bericht op de voorpagina van de Volkskrant. Hij wordt doorgaans aangeduid als ‘het bekende Tweede-Kamerlid uit Elst, tevens uitvinder van ….’ en dan volgen meligheden als ‘een rugzakje voor ransuilen’, ‘een open haard voor vuurvliegjes’. enz. Drs. Mallebrootje is een warm pleitbezorger van het Nederlandse pluimvee in al zijn facetten en daarbij maakt hij zich ook sterk voor de export van ambachtelijk vervaardigde hooivorken. Meestal wordt hij bijgestaan door ‘het jonge ding uit de achterban’, waarmee hij zo nodig ‘nachtelijke spoedconferenties’ belegt. ‘Duurde tot het ochtendgloren’, bevestigt de doctorandus dan. ‘Bergen werk verzet. Niets is ons te veel voor de kiezer’.
In Parijs werd het Kamerlid naar eigen zeggen onheus behandeld door de gérant van een eethuis. ‘Men wilde mij en het jonge ding een tafeltje geven achter een pilaar vlak bij de toiletten’, zegt de doctorandus verontwaardigd. ‘Ik heb gezegd dat zo’n plek niet met mijn status overeenkwam, maar ik weet niet of ik begrepen werd. Je suis membre de la seconde chambre …Ik wens niet behandeld te worden als le premier le meilleur. Ik zal onze ambassadeur verzoeken een klip en klaar signaal richting Franse regering te geven dat wij anders verwachten. Ik ga dit heel hoog spelen. Ce souris aura un … wat is staartje?’
De columns die Remco Campert wijdde aan Drs. Mallebrootje en het jonge ding uit de achterban, zijn deze maand gebundeld in De Lijst Mallebrootje, verschenen bij de Bezige Bij. Hieronder de eerste column die in februari 1996 in de Volkskrant verscheen. Drs. Mallebrootje neemt dan deel aan een discussie op de radio, geleid door de radiojournaliste Ans Palingbroek.
RADIO
‘Meneer Verpluim?’
‘Naar mijn mening is het in het belang van de burger dat we zo snel mogelijk een consensus…’
‘U bent het hier niet mee eens, drs. Mallebrootje? Ik hoor gesputter.’
“Dat is correct. Bij de laatste Kamerverkiezingen…’
‘Houdt u het kort, drs. Mallebrootje? We hebben nog maar twee minuten en bovendien moet ik nodig.’
“Ik zou erop willen attenderen dat…’
‘Neen meneer Verpluim, nu Drs. Mallebrootje even.’
‘Zoals ik al zei: bij de laatste Kamerverkiezingen heeft de Ziektewet …’
‘Vindt u dat ook, meneer Verpluim? ‘
‘Vind ik wat ook?’
‘Wat drs. Mallebrootje zei. En vlug, we hebben nog maar een minuutje voor de ster en nieuws volgen.’
‘Nee, dat vind ik om de dooie dood niet. Het zou toch van de zotte zijn als …’
‘Drs. Mallebrootje?’
‘Ho ho, ik was nog niet uitgesproken, mevrouw Palingbroek…’
’Had u maar sneller moeten zijn. Nog veertig seconden. Ja, drs. Mallebrootje?‘
‘Ik constateer, mijn partij constateert, dat wij met zijn allen indien het kabinet …’
‘Dat is duidelijk, lijkt me.’
‘Ja, ik zou toch nog even een opmerking willen maken, mevrouw Palingbroek.’
‘Heel kort dan, meneer Verpluim. We hebben nog vier seconden.’
‘Mijn fractie heeft in het verleden…’
‘Daar houden wij u aan. Heren, hartelijk dank voor dit gesprek.’
Categorieën:Overdenkingen