Mohammed – Ali: 0 – 1 (tussenstand)
Deze week protesteerden moslims op het Binnenhof tegen Ayaan Hirsi Ali, die als Tweede-Kamerlid voor de VVD werd geïnstalleerd. In haar commentaar op de Tien Geboden (na te lezen in Trouw van 25 januari 2003) zei ze letterlijk: “Mohammed is – gemeten naar huidige westerse maatstaven – een perverse man. Een tiran.”
Ze voegde daar o.a. nog aan toe: “Hij is tegen vrije meningsuiting. Als je niet doet wat hij zegt, loopt het verkeerd met je af……En ik mag vinden: Mohammed is als individu verachtelijk. Mohammed zegt dat een vrouw binnenshuis moet blijven, een sluier moet dragen, bepaald werk niet mag verrichten, niet hetzelfde erfrecht heeft als haar man, gestenigd moet worden als zij overspel pleegt – ik wil laten zien dat er ook een andere werkelijkheid is dan de ‘waarheid’ die, met behulp van Saoedisch geld, over de wereld wordt verspreid…..”
De gevolgen van dit interview waren voorspelbaar: woedende reacties van zowel orthodoxe als liberale moslims; bij Trouw kwamen honderden e-mails binnen. Bijval kwam er uiteraard van strijdbare atheïsten als Theo van Gogh. In zijn laatste column op internet vindt hij het maar vreemd dat – citaat – “alles wat je over Jezus of de God van de christenen mag zeggen, niet mag over Allah en zijn geitenneukers.” Ook is er de zorgvuldig geformuleerde beoordeling, verwoord door columnisten als J.A.A. van Doorn. Hij schrijft in Trouw van 1 februari: “Voor het ene kamp is Hirsi Ali de belichaming van alles wat vies en voos is, voor het andere kamp geldt zij als de heldin van het vrije woord” en zijn pessimistische conclusie luidt dan: “Een ramkoers is riskant en contraproductief. De islam ligt als een rotsblok in ons vlakke religieuze landschap. Wie erop bijten wil, bijt op graniet.”
Toch vind ik dat moslims er op den duur maar aan moeten wennen dat het in ons land toegestaan is iemands levensovertuiging als verwerpelijk of verachtelijk aan te merken. Wel zal daarbij de moslims aanzienlijk meer tijd moeten worden gegund dan het nieuwbakken Kamerlid haar voormalige geloofsgenoten toestaat. Dit is een probleem dat de moslims zelf zullen moeten oplossen. ‘Originele’ Nederlanders past hierbij een bescheiden opstelling. Die moeten niet hoog van de toren blazen en zich vooral realiseren dat hun ‘verlichtingsdenken’ nog maar van recente datum is. Een korte terugblik om de geheugens op te frissen.
In 1932 werd ‘smalende godslastering’ strafbaar gesteld, dankzij de inspanningen van de anti-revolutionaire minister van Justitie mr. J. Donner (grootvader van de huidige demissionaire minister Piet Hein Donner). De rechter kreeg het niet echt druk. Wel werd een inwoner van Sliedrecht beboet, omdat hij betoogd had: “Een God die de tuberculose bacil heeft geschapen is geen God, maar een misdadiger.” Een anarchist die een ontoelaatbaar geachte toespeling op de besnijdenis had gemaakt, kreeg twee maanden gevangenisstraf. In de jaren zestig werd een student nog een boete opgelegd, omdat hij Jezus een ‘amateur-ombudsman’ had genoemd en een ‘door zelfstudie opgeklommen timmermanszoon’. De doorbraak kwam in 1968. Gerard Reve had het vaderland in beroering gebracht door God te omschrijven als een ezel, welke hij de hoefjes omzwachtelde vooraleer met hem naar bed te gaan. Uiteindelijk werd Reve door de Hoge Raad van godslastering vrijgesproken. [1] Hierna verbleekte art. 147 Wetboek van Strafrecht tot een dode letter. Karel van het Reve kreeg nog wel veel negatieve reacties op zijn opstel ‘De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen’, maar een rechtszaak werd niet overwogen. Ook Maarten ’t Hart en Rudy Kousbroek wordt geen strobreed meer in de weg gelegd. In De Groene Amsterdammer (1 februari 2003) brengt Erik van Ree deze week nog eens in herinnering wat Voltaire drie eeuwen geleden schreef: “Het christendom is de belachelijkste, absurdste en bloedigste religie die de wereld ooit geïnfecteerd heeft” en van Ree concludeert: ”Pas als de islam en Mohammed op dezelfde respectloze wijze besproken worden als het christendom, liberalisme, communisme of welke levensbeschouwing dan ook – pas dan behoren de moslims erbij.” Overigens meent Erik van Ree dat op Hirsi Ali’s kwalificatie ‘Mohammed was een perverse tiran’ wel het een en ander valt af te dingen, maar hij voegt eraan toe – let op de ironie – dat hij nadrukkelijk geen aanspraak maakt op respect voor die opvatting.
Voorlopige conclusie: Wie de afgelopen week de publiciteit rondom Hirsi Ali een beetje volgde, heeft gezien dat haar radicale opstelling niet kan bijdragen aan een vrijere discussie binnen de moslimwereld. De fundamentalisten zijn furieus en de liberale moslims maken zich gewoon kwaad. De komende maanden zullen leren wat de VVD aanmoet met Hirsi Ali als beoogd woordvoerder voor het integratiebeleid. Wordt vervolgd.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
DE MOOISTE TAALERGERNIS
Zie Ter Overdenking 139. Ik heb een gruwelzin gestuurd naar Van Dale Taalweb. Voorwaarde voor deelname was dat de zin niet meer dan 25 woorden mocht bevatten. Ik reken niet op een prijs, maar ben wel redelijk tevreden over mijn inzending. Deze luidt:
Ik irriteer mij aan hun die zeggen van: ”mijn insteek blijft dat het op de eerste plek gaat om een stuk betrokkenheid richting veld”. (vrijwel letterlijk gehoord op Radio 1)
[1] Zie DE GOD VAN JE TANTE door Jan Fekkes, De Arbeiderspers 1968.
Categorieën:Overdenkingen