Memorabele misverstanden en curiosa uit W.O. II
Sommige gebeurtenissen uit de jaren 1940-1945 zijn verkeerd in het collectieve geheugen opgeslagen. Zo is er in de hongerwinter nooit Zweeds wittebrood uit vliegmachines geworpen. En evenmin raadde Colijn ons vlak voor de Duitse inval aan om maar rustig te gaan slapen. Sommige ouderen menen zich (ontroerd) te herinneren dat ze op 10 mei 1940 koningin Wilhelmina voor de radio hoorden spreken. In werkelijkheid las de ANP-nieuwslezer, na acht lang durende slagen van de AVRO-klok, een proclamatie van de koningin voor (destijds door mij beluisterd, jaren later verschenen op een Philips elpee DL 88047 en nu bij mij vindbaar opgeborgen – staat dag en nacht gereed): “Mijn volk […..] Ik en Mijn regering zullen ook thans onzen plicht doen. Doet gij den uwen […..] met de uiterste waakzaamheid en met die innerlijke rust en overgave waartoe een rein geweten in staat stelt.” De complete tekst stond die 10e mei in de avondbladen.
Haar eerste oorlogstoespraak hield Wilhelmina op 24 mei 1940 voor de BBC en pas op 28 juli 1940 was zij voor het eerst via Radio Oranje te horen. Dat we dit precies weten danken we aan Jord Schaap, die de toespraken van de koningin bestudeerde en er in 2005 een boeiende doctoraalscriptie over schreef (Het recht om te waarschuwen, Wolters-Noordhoff, zie nr. 234). Over de belangrijke vragen die Jord Schaap aan de orde stelt (Wat wist Wilhelmina over het lot van de joden? Waarom heeft ze daar in haar 23 toespraken maar in drie afstandelijke zinnetjes over gesproken?) wil ik het niet hebben. Wel over enkele anekdotes die de auteur in herinnering brengt.
In haar houding ten opzichte van de radio werd Wilhelmina niet gehinderd door enige technische kennis. Historicus Kickert schrijft: “Wilhelmina wenste niet lastig te worden gevallen door technische aspecten.” ‘Helse machine’ pleegde zij haar radiotoestel te noemen. Bekend is de anekdote van haar radiotoespraak bij de onthulling van het verzetsmonument op de Woeste Hoeve. Wilhelmina maakte aanstalten te gaan spreken, maar stond met de rug naar de microfoon. Een functionaris wilde die ijlings voor haar plaatsen, waarbij hij de toorn van zijn vorstin over zich afriep. Duidelijk hoorbaar sprak zij:”Wat doet u hier? Gaat u toch weg!”
Tijdens de oorlog kwam Wilhelmina voor haar toespraken regelmatig naar de studio van de zeemansomroep De Brandaris. Bij een van die gelegenheden wilde zij gaan staan, toen de zender na afloop het Wilhelmus speelde. De microfoons stonden nog open, en presentator A. den Doolaard kon zijn vorstin nog maar net bij de schouders pakken en terugduwen, zodat haar krappe stoel, die door haar vorstelijke heupomvang mee omhoog was gekomen, niet op de grond zou kletteren. Op een andere dag kondigde zij aan ”vandaag extra luid te spreken, want mijn stem moet natuurlijk boven het lawaai van de golven uitklinken”. Den Doolaard deed haar voor hoe hij met behulp van de versterkers haar stem stentorisch kon doen aanzwellen (helaas is dit niet fonografisch vastgelegd, wat ik als een blijvend gemis ervaar). Zij wierp het hoofd in de nek, en besliste op een toon die geen tegenspraak duldde: “En toch, mijne heren, zal ik vandaag luider spreken dan anders.”(bronvermelding: J. Schaap, blz. 70 en 71)
Voor haar oorlogstoespraken via Radio Oranje stond Wilhelmina onder censuur, omdat die uitzendingen plaatsvonden via een BBC-zender. Daarvoor was overigens een hoffelijke oplossing bedacht. Ze behoefde haar verhaal niet direct aan de Britse censor te overleggen, maar deed dat via de Britse koning George VI. Of er ingrepen hebben plaatsgevonden weten we niet, want de archieven over het Britse censuurbeleid in de Tweede Wereldoorlog zijn nog gesloten. Volgens Jord Schaap in een recent radiointerview gaan die over enkele jaren open. Voorshands kunnen we slechts reikhalzend uitzien naar de resultaten van voortgaand onderzoek.
OZO: Oranje Zal Overwinnen.
Categorieën:Overdenkingen