Woordspelig
In 2007 was cabaretier Kees Torn de winnaar van de Poelifinario. Hij kreeg de prijs voor \zijn programma Dood en verderf. Een selectie uit zijn spitsvondigheden noteerde ik in nr. 269 en 291. Zijn nieuwste programma, Einde verhaal, zag ik deze week in theater de Veste in Delft. Kees Torn is nog steeds de taalvirtuoos die zich kan meten met Drs. P., Kees Stip en Hans Dorrestijn. Bovendien begeleidt hij zichzelf met prachtig pianospel. Hij moet niets hebben van het huidige cabaret dat is gedevalueerd tot gekke bekken trekken en gelikte praatjesmakerij.
Tot Torns specialiteiten behoren zijn tweeregelige puntdichten. Door het hoge tempo en mijn minder scherpe gehoor kan ik de meeste niet letterlijk reproduceren, maar deze is blijven hangen:
Kaarten met ‘hoera een jongen’ zie je hier en ginder
Kaartjes met ‘helaas een meisje’ stukken minder
Doet ook denken aan Kees Stip die dichtte:
Hoe bent u, glimworm, zo gaan glimmen?
– Het ging vanzelf, ik had het imme.
De arts die Ritalin voorschreef werd door Torn als volgt gecorrigeerd:
“Het is natuurlijk Vera Lynn en Rita Reijs.”
Uit de bundel INKIJKEXEMPLAAR van Kees Torn:
Onlangs sprak een oude vlam mij aan
Of ik niet eens met haar uit wou gaan.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
De vorige week overleden auteur Martin Bril kreeg onder andere als columnist grote bekendheid. Volgens WIKIPEDIA introduceerde hij het begrip rokjesdag, “die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen met daaronder blote benen”. Rokjesdag staat ook genoteerd in de Dikke Van Dale, met als omschrijving ‘bloesjesdag’. Columnist Frits Abrahams bracht pas nog een gezegde uit de jaren zestig in herinnering: ‘Het is springtime in de rockies’, geïnspireerd op de songtitel When it’s Springtime in the Rockies, bekend geworden door een film met Betty Grable uit 1942.
Van de oudste generatie nog actieve columnisten noem ik Jan Blokker. Hij schrijft mij af en toe wel wat te zuur, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn onverwoestbare humor en scherp waarnemingsvermogen..
Ik noteerde van hem over minister Ab Klink:
“Ik heb zelden iemand gezien die er zo ontzettend uitziet alsof hij Ab heet.”
En dan over de sores die de affaire Landsbanki veroorzaakte:
“Had de naam alleen al niet voldoende moeten zijn geweest om argwaan te krijgen?”
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Een auteur waarvan de naam mij is ontschoten schreef ooit:
“Iedereen is zoals God hem heeft geschapen, en vaak nog erger”.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Categorieën:Overdenkingen