Ook de stoelgang voortaan fiscaal begeleid
Dat de bemoeizucht van de overheid geen grenzen kent, veronderstel ik bekend. Voor een hoogtepunt zorgde twee jaar geleden de CDA-fractie in de Tweede Kamer met de vraag – ik citeer – “of de binnenste rol van een rol wc-papier een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het product wc-papier”. Zie Ter overdenking 326, waarin deze problematiek wordt uitgediept.
Intussen vraagt vergelijkbaar geneuzel onze aandacht. Volgens de Fiscale Vereenvoudigingswet (sic!) 2010 kan van voorzieningen rond de werkplek gezegd worden dat de werknemer enig voordeel geniet. Hij bespaart zich immers privé-uitgaven als hij gebruik maakt van dergelijke faciliteiten. Hier moet dus worden ingegrepen. Zie Kamerstukken II 2009/10, 32 130, nr. 7. Er komen nieuwe waarderingsbepalingen en wel voor de inrichting van de werkplek, een plant op de werkkamer, vakliteratuur op de werkplek, de vaste computer, de vaste telefoon en – let op! – de mogelijkheid om van het toilet gebruik te maken. Deze voordelen zullen op nihil worden gewaardeerd, wat ons vooral bij de laatste verstrekking buitengewoon genereus voorkomt.
De teloorgang van de tale Kanaäns
Willibrord Davids voelde zich bij het opstellen van het Irak-rapport als David, die het aandurfde de strijd met de reus Goliath aan te gaan. Maar wie Goliath was heeft hij nooit willen zeggen. “Nee, niet de premier”, zei hij na de presentatie. Maar de premier, de gereformeerde Jan Peter Balkenende had het wel zo opgevat. En het had hem volgens mensen uit zijn omgeving diep geraakt..”Het verhaal van David tegen Goliath is toch het verhaal van het goed tegen het kwaad”, aldus een vertrouweling. Deze uitleg verklaart waarom de premier in zijn eerste reactie op het Irak-rapport zo getergd reageerde.
Volgens Davids moest er achter zijn verwijzing niet te veel worden gezocht, maar daarmee hield hij geen rekening met de gewoonte in gereformeerde kring elkaar door middel van een bijbeltekst of bijbelverhaal iets duidelijk te maken. Balkenende zag zich ineens geplaatst in de rol van ‘de onbesneden Filistijn’, een reus die er behagen in schiep veertig dagen achtereen ‘de slagorden van de levende God’ te tarten.
De kwestie laat nog eens zien dat de tale Kanaäns, de groepstaal van de gereformeerden, tamelijk ongemerkt uit het politieke leven is verdwenen. De gereformeerden zijn in 1980 opgegaan in het CDA waar zulke taal niet door iedereen wordt begrepen.
Zo is van de katholieke Lubbers, fractieleider van het CDA van 1978 tot 1982 , bekend dat hij voor de aanvang van fractievergaderingen uit de Bijbel voorlas ‘alsof het een kookboek was’.
Als katholieken in het CDA met bijbelteksten gingen spelen, kon het ook wel eens misgaan. Zo vergeleek Dries van Agt in 1982 bij zijn afscheid als politiek leider op het partijcongres zijn rivaal Lubbers met de bedrijvige bijbelfiguur Martha en zag hij zichzelf meer in de rol van de luisterende, beschouwelijk ingestelde Maria. Prompt liet een calvinistische onverlaat een briefje rondgaan met de tekst: “En Van der Stee was Lazarus’. Om de humor te vatten moet men het verhaal kennen. Zie Johannes 11.
Voor meer van deze verhalen, zie Trouw 10 februari 2010.
Levensverlenging
Vraagje: Zou de volgens de bijbel opgestane Lazarus zich na zijn opstanding gelukkiger gevoeld hebben dan voordien? Ellen de Bruin stelt in haar vorig jaar verschenen boek Onsterfelijkheid voor beginners: “Iedereen gaat een keer dood. Niemand heeft daar zin in. Toch wil bijna niemand onsterfelijk worden.” Arnoud Veilbrief (NRC Handelsblad, bijlage Boeken, 12 -2-2010) bespreekt dit boek van Ellen de Bruin onder de ironische kop Invriezen en andere wegen naar het eeuwige leven. Hij haalt Epicurus aan die zijn doodsangst bestreed met een beroemd geworden kwinkslag: ‘Als ik er ben, is de dood er niet. En als de dood er is, ben ik er niet.’ Het klinkt gevat maar de Griekse filosoof vergat wel de overgang tussen die twee, het sterven. De meeste mensen willen niet dood, of in ieder geval meer zeggenschap over het hoe en het wanneer. Sinds kort is er de werkgroep Uit vrije wil, bestaande uit bekende Nederlanders die er voor pleiten dat stervenshulp aan ouderen die hun leven voltooid achten, onder strikte voorwaarden moet worden gelegaliseerd.
De wetenschap zal verouderingsprocessen steeds verder weten te vertragen Gaan wij hiervan nog profiteren? We kunnen ons laten cryoniseren (woord komt niet in Van Dale voor) bij het Cryonics Institute in Michigan. Het komt er op neer dat in genoemd instituut negentig diepgevroren lichamen van mensen liggen die – als de wetenschap eenmaal zover is – weer tot leven kunnen worden gebracht. De kapitaalkrachtige ingevrorenen zijn voornamelijk hoogopgeleide niet-gelovigen. Er hebben zich ook enkele Nederlanders gemeld.
Van Woody Allen is de troostrijke wisecrack: “Er zijn ergere dingen dan de dood. Heeft u ooit een avond met een verzekeringsagent doorgebracht? “
Categorieën:Overdenkingen