Uit “Verzamelde gedichten” van Gerard Reve:
HET WARE GELOOF
Als de kardinaal een scheet heeft gelaten, zeggen ze:
‘Sjonge jonge, wat ruikt het hier lekker,
net of iemand lever met uien staat uit te bakken.”
Dat soort katholieken, daar ben ik niet dol op.
(1965)
ROEPING
(Voor de Zusters van Liefde, te Weert)
Zuster Immaculata die al vierendertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet savonds reeds zijn smoel op de teevee.
Toch goed dat er een God is.
(1973)
Prachtige tekst. Destijds sprak ook de laatste regel mij wel aan, maar bij nader inzien lijkt het mij toch geen echte knaller. Geleidelijk aan ben ik namelijk Gerards ‘geleerde broer’ Karel meer gaan waarderen. In zijn opstel De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen maakte hij duidelijk hoe vreemd het beurtelings prijzen van en bidden tot God eigenlijk is. Waarom een almachtige God, die bovendien de wereld liefheeft, zoveel ellende op de wereld tolereert, blijft Karel van het Reve verbazen.
Hij verwoordde dit treffend – en geestig – waar hij de memoires van Koningin Wilhelmina in herinnering brengt. In Eenzaam maar niet alleen vermeldt onze voormalige vorstin dat prins Bernhard een keer tijdens de oorlog te ziek was om een bepaalde vliegreis te maken. Dat vliegtuig vertrok zonder hem, en stortte neer. Hier prijst Wilhelmina God – aldus Karel van het Reve – omdat hij haar schoonzoon in leven liet, want het Nederlandse volk had hem nodig om de nazi’s te verslaan. En hij vervolgt dan: “De vraag dringt zich dan natuurlijk op of het niet veel eenvoudiger en vooral veel aardiger geweest was om dat vliegtuig gewoon in de lucht te houden. En als die God zo tegen de nazi’s was, waarom heeft hij ze dan gezonden? Waarom die hele oorlog niet afgeblazen?” enz.
Superieur proza en dito poëzie van twee broers die beiden hun oeuvre met de P.C. Hooftprijs bekroond zagen. Inhoudelijk is Karel ijzersterk, maar ik realiseer mij dat de verdiensten van Gerard (die als weinig anderen garant staat voor een bevrijdende, leverspoelende schaterlach) eigenlijk ook nauwelijks kunnen worden overschat.
Categorieën:Overdenkingen