Bill Crow in Jazz Anecdotes:
Bobby Hacket was known for never saying anything bad about anyone. When a friend insisted that he make some comment about Adolf Hitler, he thought he had him.
Bobby said: “Well, he was the best in his field.”
Ab de Molenaar exploiteerde destijds in Berkel een eet-café, dat onder andere opviel door de onregelmatige openingstijden. Volgens Skip Voogd kwam het voor, dat hij een bordje ophing met de tekst:”HEDEN WEGENS ERWTENSOEP GESLOTEN”.
Benny Goodman was niet gezien onder de musici die met hem werkten. Het verhaal wil dat men het bericht van zijn overlijden (13 juni 1986) alsvolgt aan elkaar doorgaf:
“Ik heb goed nieuws en slecht nieuws voor je. Het goede nieuws is dat Benny Goodman dood is; het slechte nieuws: hij is overleden in z’n slaap.
Die grap wordt overigens op allerlei manieren herhaald. Citaat uit ‘Jazz Anecdotes’ door bassist Bill Crow:
John La Porta reportedly had a little talk with one of his pupils: “I have good news and bad news about your playing. The good news is: you’ve got a lot of technique. The bad news is: you’ve got a lot of technique.”
Fons Jansen in zijn rol als niet zo’n slimme schooljongen:
“De meester vroeg me een lidwoord te noemen. Dat deed ik en toen werd ik een week van school gestuurd….”
Nog een NCRV-herinnering, die zich overigens beter laat vertellen dan lezen. Bij het begin van het nachtprogramma sprak de omroeper van dienst destijds in een vaste formulering zijn vermoeden uit dat er luisteraars waren die behoefte hadden aan een gesprek. Hij besloot dan steevast met: “Het telefoonnumer van de sectie nazorg is …”.
Maar wie daadwerkelijk verlangde naar sexy nazorg kwam uiteraard bedrogen uit.
Henk Bosch van Drakestein over drinkgrage musici: “Ze hebben een korte levertijd…”
Van hem is ook: “Het neuken staat me nader dan het lachen”.
In protestantse kring was het gebruikelijk (over)bekende versregels te verbasteren. Zo werd “Alle roem is uitgesloten” veranderd in “Alle rum is uitgegoten”. ”
” ‘k Wil U o God mijn dank betalen” werd ” ‘k Wil U o God mijn drank betalen”. Verder wil het verhaal dat een gevangenispredikant ooit zijn gehoor liet zingen: “Ik zie een poort wijd open staan..”
Een vriend van mij herinnert zich dat op het platteland van “Eens als de bazuinen klinken” werd gemaakt “Eens als de ajuinen stinken…”.
Anton Kersjes was destijds de dirigent van het Kunstmaandorkest. Pi Scheffer vertelde mij dat de AVRO-omroeper bij het aankondigen van de vocaliste opmerkte: “Deze zangeres treedt op in kunstmaandverband.” Het merendeel van de orkestleden viel in onmacht; het publiek had niets in de gaten.
Categorieën:Overdenkingen