Een om erin te houden: A dirty mind is a joy for ever.
Volgens Rob Agerbeek begint de Chinese toonladder als volgt: do-re-ba-mi-hoen…
Naar verluidt zou er een close-harmony-choir voor bejaarden zijn opgericht onder de naam: The Incontinental Singers.
Henk Bosch van Drakestein werkte jaren lang in de zaak van Jack Cohen (Frederik Hendriklaan), door hem meestal aangeduid als “Het Israëlitisch Foto Imperium”.
Toen Annie M.G. Schidt meedeed met een quiz werd haar de vraag gesteld: “Wat is een borderel?”. Haar onmiddellijke antwoord luidde: “Ik weet het niet precies. Ik denk voor hele kleine meisjes…”
Deze week heb ik weer genoten van de verhalen van Martin van Amerongen, opgenomen in de bundel ZWIERIGE PASSIE. Zo geeft van Amerongen voorbeelden van wrange joodse humor in Duitsland in de jaren dertig:
“Wat weet jij van de oude Germanen, Moritz?” vraagt de onderwijzer.
“Alleen maar het allerbeste, meneer,” antwoordt het kind.
Nog een sterke: Een SS’er houdt een Jood een exemplaar van het antisemitische weekblad Der Stürmer onder de neus, dat destijds onder de slagzin ‘Die Juden sind unser Unglück’ onder het publiek werd gebracht.
“Het valt te hopen, meneer de SS’er, het valt werkelijk te hopen,” antwoordt de Jood.
Ook de politieke grappen uit de communistische tijd in het oostblok zijn de moeite waard:
Het Kremlin organiseert een hardloopwedstrijd tussen Brezjnev en Nixon. Nixon bereikt als eerste de eindstreep. Brezjnev eindigt dus als tweede. De volgende dag bericht de Isvestija: “Gisteren vond in het Kremlin een hardloopwedstrijd plaats. Kameraad Brezjnev veroverde de tweede plaats, terwijl Nixon één na laatste werd.”
Ook deze mag er zijn: Erich Honecker kan zijn gouden horloge niet vinden. Hij belt naar Erich Mielke, de chef van de staatsveiligheidsdienst. Het blijkt de volgende dag een misverstand te zijn. Het uurwerk lag gewoon op het nachtkastje. Andermaal Mielke gebeld. “Te laat” zegt de oppersmeris.. “Wij hebben al tien man gearresteerd die alle tien hebben bekend.”
Deze moppen werden ook verteld met Stalin en Beria.
Nog een Oostduitse witz: In de trein van Erfurt naar Leipzig raken twee reizigers in gesprek. Zegt de een:”Saaie reis. Zal ik u een paar moppen vertellen?”. Zegt de ander: “Graag. Maar dat u gewaarschuwd bent, ik ben partijfunctionaris.” Zegt de een: “Geen probleem, ik zal langzaam en duidelijk spreken”.
Uit de nazi-tijd: Een vrouw betreedt een boekhandel en zegt: “Mijn man is ziek. Ik wil graag een boek voor hem kopen.
“Moet het een nationaal-socialistisch boek zijn?” vraagt de boekhandelaar.
“Nee” antwoordt de vrouw.”Zo ziek is hij óók weer niet.”
Categorieën:Overdenkingen