Ter overdenking 56

Uit de onnavolgbare dialogen van de hand van Wim T. Schippers, te vinden in VERDOMD INTERESSANT, MAAR GAAT U VERDER…

Middenstandswijsheid:
“Zeg groenteman, gelooft u dat er leven is na de dood?”
“Nou mevrouwtje, ik denk het wel, maar ik geloof niet meer dat ik het nog zal meemaken.”

Nadat de Rolls Royce van de familie in de prak is gereden, levert dat het volgende één-tweetje tussen moeder en zoon op:
Thijs: “Die is naar de ratsmodee.”
Nel: “Dan gaan wij daar nu ook heen. Om hem op te halen!”

Sjef van Oekel: Geen berg zo hoog of ik zie er wel tegenop.”
Waldo van Dungen, die zijn vrouw Gé Braadslee prijst om haar kookkunst:
“Wat heb je dit weer smakelijk ontdooit!”

Hetty: “Kopje koffie?”
Nel: “Een kopje is misschien niet eens zo’n gek idee. Een emmer vind ik altijd meteen weer zo veel.”

Ober: “Een glas bier.”
Govert: “Doe maar in een glas, ja… In een opgerold stuk krant wil het nog wel eens doorlekken…”
Mevrouw Waaiboom-Terneuk: “U slaat de spijker precies op mijn gevoelige snaar.”
Notaris Henk Born: “Goh, wat een mooi gebit heeft u. En het fijne is, je ziet er goed vanaf dat het een rib uit uw lijf geweest moet zijn.”
Bij de vertolking van een ‘gloed-oude song’:
Clous van Mechelen: “Fis, zegt u?”
Sjef van Oekel: “Asjeblieft niet vies! Ik pas me wel aan bij uw toonaard! Ik zet gewoon mijn broeksriem op een ander gaatje. Even het scrotum overhevelen naar de linkerpijp… Dan nog even een wind laten…juist daar gaan we! Ik ben klaar!”

Categorieën:Overdenkingen