Eergisteren, 14 februari 2001, was ik met Ank aanwezig bij de opening van de tentoonstelling “Voor een dubbeltje op de eerste rang” in het Belastingmuseum in Rotterdam. Deze expositie wil de in de jaren zeventig afgeschafte vermakelijkheidsbelasting in de herinnering terughalen. De opening vond plaats door burgemeester Opstelten, die – dacht ik – wel een aardige toespraak zou hebben voorbereid. De archieven moeten uitpuilen van amusante fiscale rariteiten. Maar het verhaal van de burgemeester viel tegen. Hij bracht het niet verder dan een anekdote over een Rotterdamse bordeelhoudster die in 1870 tevergeefs de stelling betrok dat haar diensten geen publiek maar privé-vermaak vormden. Nog niet goed genoeg voor een glimlach.
(Jan Blokker schreef pas in de Volkskrant: “Opstelten – die zie ik als de Hollandse oerburgemeester. Geef hem één huishoudster, één veldwachter en één onaangepaste plattelandsbewoner, en de NCRV zou weer jaren voortkunnen….”)
De vrolijke noot tijdens de opening moest worden geleverd door een popgroep die een lied presenteerde over een binnenkort in te voeren “ontlastingsheffing” waarmee wij via een bruine envelop zullen kennismaken.
Constructiever lijkt mij een suggestie van Gerrit Komrij, die enkele jaren geleden in een column in NRC/Handelsblad zijn mening gaf over milieuheffingen. Hij vroeg zich af of we ook geen belasting zouden moeten heffen op culturele rotzooi om er de cultuur als geheel mee te redden. Zo kwam hij tot zijn voorstel tot het instellen van een rotzooi-belasting, de zogenaamde tinnef-taks.
Sprekende voorbeelden (ik citeer): “Zodra iedere kijker een extra heffing van 10 gulden op het lidmaatschap van Veronica moet betalen is het Concertgebouw uit de zorgen. Een verplichte stuiver op elke reproductie van Rien Poortvliet en het Rijksmuseum kan per kwartaal een echt schilderij aanschaffen. Zeven en een halve gulden strafport op iedere gramofoonplaat waarop Therese Steinmetz een volksdansdreun probeert na te brullen en het Nederlands Danstheater gaat een gouden toekomst tegemoet.” …”Zo kan een fonds van ongekende omvang ontstaan, waarmee de hele beschaving kan worden gered…. Het is ook een rechtvaardige heffing: ze treft niet alleen de zwakste schouders, maar gaat door alle lagen van de bevolking heen.”
Categorieën:Overdenkingen