Ter overdenking 73

Gehoord op radio 1 over de MKZ-crisis: ” …de hand mag voor een stukje in eigen boezem”
(aldus de voorzitter van het MKB+, de organisatie voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf).

Het te onpas gebruiken van het woord ‘richting’ in de media bereikte zaterdag j.l. een voorlopig hoogtepunt, toen ik een Amerika-correspondent voor de TROS hoorde zeggen:
“…en hopelijk gaat dit ook richting onze kant op”.

Zeg maar Hannie
Mijn dochter van zeven vertelt een mop die ze op school heeft gehoord.
“Er was eens een stier en die heette Pieterjan. Hij stond helemaal alleen in de wei, want de koeien stonden in een andere wei.
Dus op een dag sprong hij over het hek en rende naar de koeien. Die zeiden: “Hallo, Pieterjan, wat gezellig dat je naar ons komt”.
Maar de stier zei: “Nou, zeg maar Pieter, want de rest is aan het prikkeldraad blijven hangen”.
Met een stralend gezicht wacht ze mijn reactie af.
“Dat is een goeie!” zeg ik welwillend. Maar dan gaat me een licht op. “Heette die stier echt wel Pieterjan? ”
Ze denkt even na. “Ik weet het niet meer precies”, zegt ze., “maar zo’n soort naam was het toch wel”.
“Heette hij misschien Hannibal?”
Verbaasd kijkt ze me aan. “Ja, dat was het! Hoe weet je dat?”
(Mart Graef in NRC/Handelsblad)

 Wilhelmina en Mengelberg
Koningin Wilhelmina en Willem Mengelberg waren voor de Tweede Wereldoolog de twee beroemdste en meest geëerde Nederlanders, schrijft Kasper Jansen in NRC/Handelsblad.
Maar behalve roem en aanzien hadden Wilhelmina en Mengelberg weinig gemeen, zeker geen liefde voor muziek. Met prins Hendrik deelde Mengelberg tenminste nog een passie voor bonhommie, wijn en sigaren, uitgedeeld bij vakantiebezoeken van de prins aan Casa Mengelberg, het Zwiterse buitenhuis van de dirigent. “Dan werd de fijnste wijn uit de kelder opgediept om een eerbiedige dronk op Hare Majesteit uit te brengen”, schrijft Elly Bysterus Heemskerk in Over Willem Mengelberg.
Koningin Wilhelmina hield slechts van de oud-vaderlandse liederen van Valerius [1], koraalmuziek en de Piet Hein Rhapsodie. Zelfs het Wilhelmus herkende ze niet, zodat ze soms moest worden aangestoten om op te staan. Met de jonge koningin kon Mengelberg het in 1900 nog goed vinden. Wilhelmina was tijdens een audiëntie na een galaconcert “zeer lief voor mij”, schreef Mengelberg aan zijn verloofde. Maar later leidden de ontmoetingen tussen Wilhelmina en Mengelberg tot onverschilligheid en soms tot bliksemontladingen, zo schrijft Cees Fasseur in zijn Wilhelmina-biografie.
Op 2 november 1922 woonde koningin Wilhelmina in het Amsterdamse Concertgebouw een concert van Willem Mengelberg bij met onder andere de Tweede Symfonie van Willem Pijper. Na afloop schreef Wilhelmina aan haar moeder Emma: “Ik had geen last van het concert, omdat ik watten in m’n oren gestopt had; maar anderen zeggen dat er veel lawaai was en het nieuwerwetsche muziek was”. Toen Mengelberg in 1926 Wilhelmina tegenkwam in een Zwitsers hotel, werd hij door Wilhelmina afgepoeierd ‘als een tennisbal die een klap met een racket gehad heeft’. (Cees Fasseur)
Conclusie: Wilhelmina was een cultuurbarbaar die zich daarvoor allerminst schaamde en er zich zelfs op liet voorstaan.

[1]           Henk Bosch van Drakestein sprak minder eerbiedig ook wel over Venerius Gedenckklank.

Categorieën:Overdenkingen