Wat staat er in de koran over de verhouding tussen man en vrouw? In NRC/Handelsblad van 10 oktober ’01 wordt verwezen maar Sura 4, vers 34. Volgens de officiële Nederlandse vertaling luidt de tekst:
“De mannen zijn opzichters over de vrouwen voor wat Allah aan de een meer gegeven heeft dan aan de ander en voor wat zij als bijdrage (huwelijksgift) hebben gegeven van hun bezittingen. De deugdzame vrouwen echter zijn in ootmoed staanden en welke de verborgenheid behoeden door de bedoeling van Allah. Maar zij, van wie gij opstandigheid vreest, vermaant haar op de rustplaatsen en slaat haar. Maar indien zij u gehoorzaam worden, zoekt dan geen weg om haar te tuchtigen. Allah is waarlijk verheven en groot.”
In de vertaling, gebruikt door NRC/Handelsblad, zijn in deze tekst tussen haakjes verhelderende toevoegingen aangebracht. Ik citeer:
“Mannen zijn toezichthouders over de vrouwen, omdat Allah de één boven de andere bevoorrecht heeft en omdat zij van hun eigendommen uitgeven (aan de vrouwen). En de oprechte vrouwen zijn gehoorzame vrouwen en zij waken (over zichzelf en de eigendommen) in de afwezigheid (van hun man), zoals Allah (ook) waakt. En wat betreft hen (echtgenotes) waarvan jullie ongehoorzaamheid vrezen: Vermaant hen (als dat niet helpt) negeert hen (in bed) en (als dat niet helpt) slaat hen (licht). Indien zij jullie dan gehoorzamen: zoek dan geen voorwendsel (om hen lastig te vallen).”
De boeiende uitleg komt weer van imam Haselhoef: “De islam moet je zien als een rijsttafel met zoete pikante componenten, en dit vers is de sambal van de tafel ….De profeet Mohammed sloeg zijn vrouw nooit en tolereerde dat ook niet wanneer andere mannen dat wel deden. De enige tik die een man zijn vrouw mag geven is met de miswak, een soort tandenborstel. Maar pas nadat hij zich eerst (seksueel) heeft afgezonderd van zijn vrouw, zodat zijn boosheid is afgekoeld. De tik mag en kan ook niet te veel pijn doen omdat die niet uit de schouder maar uit de pols moet komen….”
Zo stond het letterlijk in NRC/Handelsblad en aangenomen mag worden dat de imam in de moskee zijn gehoor met vergelijkbaar gezwets lastig valt.
Ook het commentaar op de teksten over de straffen die ongelovigen te wachten staan, verdient aandacht. We lezen in Sura 5, vers 33, in de vertaling van het Islamitisch Cultureel Centrum: “Voorwaar, de vergelding van degenen die oorlog voeren tegen Allah en zijn Boodschapper en (die) naar het zaaien van verderf op aarde streven, is dat zij gedood worden, of gekruisigd worden, of het afhouwen van handen en voeten aan tegenovergestelde kanten, of dat zij uit het land verbannen worden. Dat is voor hen een vernedering op de wereld en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing.”
Opnieuw is de uitleg van de immam Haselhoef in NRC/Handelsblad even stichtend als verhelderend. Nadat hij eerst de doodstraf bij moord en andere ernstige delicten heeft bepleit, slaat hij pas echt op hol in de volgende passage:
“Bij fietsendieven en georganiseerde kleine criminaliteit in groepsverband zou verbanning een geschiktere straf zijn, naar het platteland bijvoorbeeld.…Handen amputeren wegens het stelen van een fiets lijkt me ver gaan, maar als iemand een Mercedes steelt waarvoor de eigenaar tien jaar heeft gewerkt en de eigenaar wenst de dief niet te vergeven, dan zou een hand afgezet kunnen worden. Afzetten van handen en voeten lijkt me persoonlijk afschuwelijk. Of de sharia in Nederland moet worden ingevoerd? Nee, de sharia kun je alleen invoeren als alle mensen in het land moslims zijn. Zoiets moet je trouwens ook invoeren als de meerderheid er achter staat.”
Aldus letterlijk warhoofd Haselhoef, geen Iraanse geestelijk leider, maar nota bene een Nederlandse imam. Mild geformuleerd: Het uit het hoofd leren van de koran vergroot wellicht de kans om in het paradijs te komen, maar biedt zelden een oplossing voor hedendaagse maatschappelijke vraagstukken.
Categorieën:Overdenkingen