Tip voor gespreksleiders
Er is een boek verschenen met foefjes om elk debat te kunnen winnen. Titel: De kunst van het debat. Auteur: Peter van der Geer. De vraag is of ik het aan moet schaffen, want – ik citeer uit de Volkskrant – Confucius moet ooit hebben gezegd: ‘Wie na zijn veertigste nog debatteert heeft nog nooit van de waarheid gehoord.’ Eén knaller moet worden doorgegeven. Ik citeer uit de recensie: ‘Tijdens een debat in de Tweede Kamer, jaren geleden, kreeg Hans Wiegel het woord ‘lul’ naar zijn hoofd geslingerd. ‘Fijn dat u zich even voorstelt’, reageerde hij, ‘mijn naam is Wiegel’.
Wetenschappers zoeken naar de leukste mop ter wereld
Volgens NRC/Handelsblad loopt er tot maart van dit jaar een onderzoek naar ‘de grappigste mop ter wereld’. In september wordt de leukste mop op internet bekend gemaakt. Geïnteresseerden kunnen nu al terecht op www.laughlab.co.uk. Wie de website bezoekt moet allerlei vragen beantwoorden en je moet een aantal ‘moppen’ beoordelen. Ik vond het een droef stemmende exercitie, maar misschien heb ik op de verkeerde buttons geklikt. Voor positieve ervaringen sta ik open.
De NRC citeerde twee grappen die tot nu toe als de leukste werden beoordeeld. Nummer 1: ‘Sherlock Holmes en Dr. Watson gaan kamperen. Ze zetten hun tent op onder de sterren en gaan slapen. Midden in de nacht maakt Holmes Watson wakker en zegt: “Watson, kijk eens naar de sterren en vertel me wat je conclusie is.” Watson zegt: “Ik zie miljoenen sterren en zelfs als maar een paar daarvan planeten hebben zoals de aarde, zou daar ergens leven moeten zijn.“ Waarop Holmes zegt: “Idioot. De conclusie is dat onze tent is gestolen.”
Nummer 2: “Twee mannen zijn aan het jagen als één van hen valt en niet meer lijkt te ademen. De ander belt direct via de mobiele telefoon het alarmnummer en zegt: “Mijn vriend is dood! Wat moet ik doen?” De telefonist reageert kalm: “Blijf rustig mijnheer. Eerst moeten we zeker weten dat hij dood is.” Het is heel even stil aan de andere kant van de lijn. Dan valt er een schot. De jager keert terug aan de telefoon en zegt: “Goed, en verder?“
Willem van Kooten: ‘De rode draad in mijn leven ben ikzelf’
Ook rijke mensen kunnen verheven idealen uitdragen en als ze daar wat voor over hebben is dat mooi meegenomen. Stuitend zijn vermogende ondernemers die er behagen in scheppen niet alleen hun welstand te etaleren, maar die tegen beter weten in bovendien nog menen anders gerichte bevlogenheid te moeten suggereren. Grote waardering heb ik voor journalisten die dat moeiteloos onthullen. Niet door lastige vragen te stellen, maar door de geïnterviewde volop gelegenheid te geven zichzelf op te vrijen.
Zo laat Monique de Knegt in de Haagsche Courant Willem van Kooten aan het woord:
“Ik ben een romanticus, een mislukt dichter. Ik was hoofdredacteur van de schoolkrant op het gymnasium en schreef gedichten. Een paar van die gedichten zijn nog eens gepubliceerd. Ik ben er niet mee doorgegaan. Ik wou geen honger lijden. Het is allemaal mooi, maar het is wel armoede”.
Als hem wordt gezegd dat hij helemaal geen romanticus is, maar een rasondernemer, kijkt hij even, zwijgt en zegt dan: “Nou ja, ik lul maar wat”.
Veel geld verdiende Van Kooten aan swingende naoorlogse liedjes, gemixed door Jaap Eggermont. Van Kooten hierover: “Nu nog worden er platen van verkocht. Ik heb er tussen de tien en twintig miljoen gulden aan verdiend. Er kwam geen artiest aan te pas”….“Thuis zet ik nooit muziek op. Daar heb ik niet eens een goede installatie, dat interesseert me niet”.
Van Kooten is bestuurslid en sponsor van Leefbaar Nederland. Citaat: ”Achter de schermen bij Leefbaar Nederland voel ik me thuis. De partij is niet links en niet rechts. Die begrippen bestaan niet meer. Je hebt alleen nog oud en nieuw of verstandig en dom.”
Categorieën:Overdenkingen