Ter overdenking 105

Queen Mum exit
Het overlijden van de Britse koningin-moeder bracht ‘de krekels’ in NRC/Handelsblad vorige week op de inval: QUEEN MUMMY. Een woordspeling die er zijn mag. Wie zich er aan stoot zou het artikel van Gert de Bie en René Zwaap ‘Een reactionaire intrigante’ in De Groene Amsterdammer van 13 april 2002 moeten lezen (op aanvraag leverbaar). Dat de mediaschuwe monarche ultraconservatief en drankzuchtig was, is bij de Britten bekend, maar dat zou ruimschoots goed zijn gemaakt door haar houding in de oorlog. Uitgerekend dit laatste lijkt – afgaand op genoemde auteurs – op zijn minst aan twijfel onderhevig. Recente historische studies in Engeland tonen aan dat de Queen en haar man koning George VI zich in de jaren dertig pro-Duits opstelden. Zelfs in 1940 trachtte de Queen (haar man George was een doetje) nog te voorkomen dat de door haar verafschuwde Winston Churchill het tot eerste minister zou brengen.

‘Wilt heden nu aftreden’
Premier Wim Kok, sprekend over Srebrenica (letterlijk citaat): “Mondjesmaat kwam partiële deelinformatie bij stukjes en beetjes naar voren.” Ik stel voor dat we deze zin driemaal tot ons nemen en dan voorzichtig concluderen: Geleidelijk aan wordt nu langzamerhand het begin van een aanzet aangereikt tot mogelijke aarzeling bij de beantwoording van de vraag of het kabinet wel wist waar het mee bezig was.

Treffende cryptogrammatische omschrijving:
Israëlische blasfemie: RAMALLAH

Jeugdherinnering: Gebeden voor en na het eten
Kort geleden probeerde ik met anderen de juiste tekst van het uit mijn jonge jaren bekende standaard tafelgebed te reconstrueren. Als kind kon je volstaan met respectievelijk “He(e)re, zegen deze spijze amen” en “He(e)re, dank voor deze spijze, amen”, maar van volwassenen werd uiteraard meer verwacht. Huisvaders die geen vrijmoedigheid bezaten eigen tekst uit te spreken, kregen de volgende bewoordingen aangereikt.
Aan het begin van de maaltijd: “O Vader, die al ‘t leven voedt/ Kroon deze tafel met uw zegen/ Spijz’ en drenk ons met het goed/ Van Uwe milde hand verkregen/ Doe voor overdaad ons wachten/ Dat w’ons gedragen zoals ’t behoort/ Doe ons het hemelse betrachten/ Sterk onze zielen door uw woord.”
Het vaste dankgebed luidde: “O Heer, wij danken U van harte/ Voor nooddruft en voor overvloed/ Waar menig mens eet brood der smarte/ Hebt gij ons mild en wel gevoed/ Ach geef dat onze ziele niet aan dit vergank’lijk leven kleev’/ Maar alles doet wat Gij gebiedt en eindelijk eeuwig bij u leev’.” Deze tekst is te vinden in het boek van Agnes Amelink, “De Gereformeerden”.
Ik kan mij overigens niet herinneren dat mijn vader dit gebed ooit heeft uitgesproken. Hij was als onderwijzer – die alleen al op school twee- of viermaal per dag moest voorgaan in gebed! – gewend eigen woorden te gebruiken. Wel kwamen in die gebeden bepaalde zinswendingen natuurlijk regelmatig terug. Ook werden veel termen gebezigd die in het normale spraakgebruik zelden voorkomen, zoals ‘barmhartig’, ‘goedertieren’ e.d.
De standaardgebeden van de leraren op de HBS vormen een hoofdstuk apart.
Zo herinner ik mij van de leraar Duits uit zijn standaardgebed zijn verzoek om ‘kracht om het onderwijs te geven en naar behoren te ontvangen’ Had je hem het laatste uur dan klonk: ‘Wil daarbij wegnemen wat niet naar Uw geest was en wil het goede erin bekronen met Uw onmisbare zegen’. Wie na het ‘Amen’opgelucht ‘dat kost je een vier’ riep, moest een woensdagmiddag terugkomen.

 

Een stelling die ik mij persoonlijk aantrek
Ongedocumenteerd bewaren is een omslachtige manier van weggooien.
(E. Vierhuis, Universiteit Wageningen)

Categorieën:Overdenkingen