Moet de bijbel letterlijk worden vertaald?
In 2004 moet een eerste proeve van de herziening van de Statenvertaling uit 1637 klaar zijn. De oude bijbeltaal moet voor een breed publiek begrijpelijk worden gemaakt. Niet iedereen is daar gelukkig mee. Ik citeer uit een zorgelijk klinkende brief van de Geref. Gemeenten:
“Wie nu de taalkundige problemen daadwerkelijk wil oplossen zal ontdekken dat men niet bezig is met een herziening, maar met een geheel nieuwe vertaling. Wie zo’n vertaling dan ook Statenvertaling blijft noemen, werkt een geweldig stuk verwarring in de hand. Eeuwenlang heeft heeft men de Statenvertaling aanvaard, omdat het Gods Woord was. Nu wordt men er opstandig onder.” (bron: internetpagina’s Reformatorisch Dagblad)
Kennelijk weet men in streng orthodoxe kringen niet, dat de huidige Statenvertaling niet meer precies dezelfde is als die in de 17e eeuw. Waar men letterlijke vertaling van het Hebreeuwse taalidioom op den duur te grof vond, heeft men geruisloos veranderingen aangebracht. Mijn vader (geb. 1895) vertelde mij vroeger al dat waar nu in de bijbel staat: “Ik zal…. van Jerobeam uitroeien wat mannelijk is” (1 Kon. 14:10), in zijn jeugd viel te lezen dat de Heere wilde uitroeien “alles wat aan de wand pist”. In een interessante studie van een bijbelvorser te Delft las ik deze week dat deze aanpassing op een zestal plaatsen in het Oude Testament is aangebracht. Hij vermeldt ook nog dat de Engelse King James versie van 1611 ter plaatse spreekt over “him that pisseth against the wall”. De uit 1360 stammende ‘Delftse Bijbel’ heeft daar: “den ghenen die ter want waert seict”, waaruit minimaal blijkt dat sommige Nederlandse woorden al heel oud zijn.
Maarten ’t Hart is uiteraard voorstander van een bijbelvertaling die zo letterlijk mogelijk de grondtekst weergeeft. Maar wat is letterlijk? Zo zegt Jezus in Mattheus 15:17 volgens de Statenvertaling:”Verstaat gij nog niet, dat al wat den mond ingaat, in den buik komt, en in de heimelijkheid wordt uitgeworpen?” In de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1956 is daar van gemaakt: “Begrijpt gij niet, dat al wat de mond binnengaat, in de buik komt en ter plaatse verdwijnt?”. In de katholieke bijbelvertaling van 1961 luidt deze passage: “Weet je niet dat alles wat de mond binnenkomt naar de buik gaat en er weer uit gaat op het gemak?” Echt enthousiast is Maarten ’t Hart over de vertaling van Warren en Molegraaf, waar staat te lezen:”Snappen jullie niet dat alles wat de mond binnengaat in de buik komt en er op de plee wordt uitgeperst?”. Uit het door mij gekuiste vervolg citeer ik:
“Op de plee! Uitgeperst! Wat verrukkelijk om zoiets te lezen! Zelfs in de recente Groot Nieuws Bijbel hebben de vertalers weer reuze omzichtig de banale Griekse uitdrukkingen verdoezeld. Daarin staat: “Begrijp je niet dat alles wat de mond binnengaat, in de buik terechtkomt en op zekere plaats weer wordt afgescheiden?” Helaas weten we natuurlijk niet bij benadering wat Jezus echt kan hebben gezegd. Hij sprak immers Aramees en het is zeer de vraag of het Grieks een letterlijke vertaling is van een eventueel door hem uitgesproken Aramese tekst, maar zoveel is wel zeker dat hij eufemistische uitdrukkingen van het kaliber ‘te zijner plaatse’ of ‘op het gemak’ of ‘afgescheiden’ beslist niet gebruikt heeft”.
En onverminderd doordravend besluit ’t Hart zijn lof voor de vertaling door Warren en Molengraaf aldus: “Het is echt een uitspraak waar je van opkijkt. Een heel nieuwe visie op de spijsvertering!” (Uit Op de plee, in de bundel De bril van God, blz. 118 e.v.)
– – – – – – – – –
Vakbondsleider Lula de Silva werd president van Brazilië. Een met de sound van de Schrift vertrouwde redacteur van de Volkskrant kopte die dag: Lula: de warmhartige Braziliaan
– – – – – – – – –
Om over na te denken
Een moslimfundamentalist is niet zozeer kwaad omdat de kameel vervangen is door het vliegtuig, maar omdat hij niet met het vliegtuig meekan. (Cees Veltman in Volzin)
Categorieën:Overdenkingen