Ter overdenking 165

Min. de Geus (aangepaste tekst): “De positie van de chronisch zieken en gehandicapten zal de regering voortdurend een zorg zijn.”

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – 

Stichting Natuur&Milieu verbreekt stilte
Onderzoekers menen het stilste plekje van Nederland te hebben ontdekt. Het ligt op een terrein van Natuurmonumenten bij Maarn. In het rapport Op zoek naar stilte kan de stilste locatie op de kaart worden gevonden bij kruisje 8. Om verwarring te voorkoming is er zelfs een ‘stiltebankje’ met plaquette geplaatst. Aldus een ontroerend persbericht van Natuur&Milieu.
Het misverstand dat deze publicatie oproept, behoeft nauwelijks toelichting: wie meent het stilste plekje in Nederland te hebben gevonden, moet – als men zichzelf ernstig neemt – daaraan uiteraard geen ruchtbaarheid geven.
Godfried Bomans signaleerde destijds een soortgelijke vergissing in een van zijn columns in de Volkskrant (“De Engel”stond erboven). Een Engelse Lord, Sir John Whitaker, stelde zijn landgoed voortaan uitsluitend open voor verliefde paartjes. “Drukke plaatsen”, aldus de goedbedoelende edelman, “zijn voor minnaars ongeschikt”. En Bomans vervolgt dan:
“Zo op het oog is Sir Johns redenering volkomen logisch, Maar logica staat met Amor op gespannen voet. Het vrijen is een aangelegenheid die niet vooraf kan worden aangekondigd. Wie een speciaal daartoe bestemd stuk grond betreedt, geeft te kennen: ik ga nu vrijen. Hij ontneemt aan deze schitterende bezigheid het element van de improvisatie. Hetzelfde laantje, dat vroeger quasi toevallig werd ingeslagen, hetzelfde bankje dat zich bij verrassing om een bocht vertoonde, zij krijgen nu iets nadrukkelijks, dat de fictie van een opkomende inval verstoort. In het betreden van dit park zit nu iets gênants, omdat de illusie der argeloosheid is vervangen door het vooraf weten van iets dat alleen in spontaniteit gebeuren kan. […] Deze bezwaren gelden in nog sterkere mate voor het stadium der verliefdheid, dat nog vóór de prille fase der losse scharrel ligt. […] Het meisje weet niet of zij bemind wordt, de jongen is evenmin overtuigd dat zij hèm aardig vindt. […] Het in die toestand binnenrukken van Sir Johns landgoed is strategisch een hoogst ontactische manoeuvre. […] Die plek dient dus allereerst gemeden. Wij zien dus de paradox ontstaan dat Sir John, door zijn landgoed voor minnaars te openen, dit hermetisch gesloten heeft. […] Sir John is inderdaad een engel van een man. Maar hij staat aan de ingang van zijn paradijs, met het tweesnijdend zwaard van ja of neen. Het zal er van nu af stil zijn.”

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –  

VRIJ NAAR YVONNE KROONENBERG (Evert van IJdic)
Alle mannen willen
maar één ding
maar wel een jong ding

Categorieën:Overdenkingen