Ter overdenking 180

Vorstelijke anekdotes
De koningin mag niet letterlijk worden geciteerd. LPF-fractieleider Mat Herben overtrad twee jaar geleden deze regel door bij Barend&Van Dorp te vertellen hoe de majesteit hem tijdens een recent bezoek persoonlijk koffie inschonk en dat ze hem, het roomkannetje geheven, confronteerde met de indringende vraag: “Een wolkje of een plens?” Een ernstige inbreuk op ‘het geheim van het Noordeinde’.
Na het overlijden van een (gewezen) vorst, geldt kennelijk een ruimer regime. Hans Wiegel vertelde hoe het destijds tijdens het theedrinken bij Juliana toeging. Nadat zijn kopje gevuld was, belandde het bijbehorende koekje op de grond. Zou het steeds aanwezige hondje de versnapering te pakken krijgen? De vorstin loste het probleem eenvoudig op: “Legt u het maar weer terug. Dat is voor de volgende gast.”
Van Agt worstelde met soortgelijke vragen. Ook hem werd de thee persoonlijk aangereikt, maar nog voordat hij de kans kreeg deze te consumeren had het hondje de thee al opgelebberd. De bewindsman vroeg zich af wat te doen. Toen het staatshoofd een tweede ronde maakte, besloot hij af te zien van een verzoek om vervangend serviesgoed en dronk hij toch maar braaf zijn kopje leeg. Zo hoor je nog eens wat.
Ook VVD-coryfee Henk Vonhoff klapte deze week uit de school. Koningin Juliana was wel eens bij hem thuis op bezoek geweest en had zijn zoon met een vraag verrast: “Jij bent jong, dus dat weet je wel….vertel eens, hoe wip je een vorstenhuis?” Eigenlijk moet je dit Vonhoff met zijn door en door gerijpte sound horen voordragen. Ik heb nog getracht het fragment via internet te achterhalen (www.eo.nl/ochtenden), maar de geluidsverbinding kwam niet tot stand.
In Ik heb nooit iets gelezen (een verzameling columns van Karel van het Reve) signaleert de auteur het gebrek aan cultuur van het Engelse vorstenhuis. Hij noteerde uit de mond van een collega de volgende anekdote:
“Aan de hemelpoort vraagt een man toegang. Petrus vraagt wie hij is. Bruno Walter. Dat kan iedereen wel beweren, zegt Petrus, hebt u geen pas of rijbewijs of zoiets bij u? Nee, zegt Walter, maar als u even honderd muzikanten naar buiten kunt jagen… Petrus doet dat, Walter heft de handen en zegt: heren, KV 550! De muzikanten zetten het molto allegro in en Petrus zegt: ik hoor het al, gaat u maar naar binnen, meneer Walter. Vlak na hem komt een tweede heer aanwandelen. Wie bent u? Fritz Kreisler. Dat kan iedereen wel zeggen, hebt u geen papieren bij u? Nee, maar misschien is hier ergens een oude viool? De viool wordt gebracht, en na de eerste maten van de Partita in e zegt Petrus:gaat u maar naar binnen. Nauwelijks is Kreisler binnen of er meldt zich een dame. Wie bent u? De koningin van Engeland. Dat kan iedereen wel zeggen, mevrouw, zonder papieren kan ik u niet binnenlaten! En die twee mannen dan die daarnet zonder papieren binnen zijn gelaten? Tja mevrouw, dát waren Bruno Walter en Fritz Kreisler! Wie zijn dat, vraagt de dame. Gaat u maar naar binnen, zegt Petrus….”

— – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Origineel waar
In de jaren zestig ontvingen Beatrix en Claus allerlei kunstenaars om zich zo breed mogelijk te oriënteren. Astrid Madna herinnert zich dat haar man een zeer vormelijk geformuleerde invitatie ontving, waarin het prinselijk paar te kennen gaf gaarne kennis te maken met moderne jazz. De samenstelling van de groep die toen op Drakestein optrad, is nu lastig meer te achterhalen. Rob Madna vertelde mij jaren geleden dat Beatrix bepaald niet geboeid was. Een opmerking van bassist Victor Kaihatu was hem wel bijgebleven. Toen die had vastgesteld dat de meeste Charlie Parker thema’s aan de kroonprinses zichtbaar niet besteed waren, voegde hij haar toe: “Mevrouw, u ziet er zo moe uit; als ik u was zou ik maar naar bed gaan.”

Categorieën:Overdenkingen