Ter overdenking 290

Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren’
OOGGETUIGEN VAN DE KONINGEN VAN NEDERLAND 1813-1890
Samengesteld en ingeleid door Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra

Beatrix ziet niet graag dat de affaires van haar voorvaderen breed worden uitgemeten. Begrijpelijk, want ze stamt nog uit de tijd dat strapatsen van koningen werden weggemoffeld onder de hermelijnen dekmantel. Of ze er verstandig aan deed het boek publiekelijk af te kraken, is iets anders. Hoe dan ook, premier Balkenende dekt de uitspraken van de majesteit (‘ik wist ervan’), maar – aldus orakelt de Rijksvoorlichtingsdienst op internet – ‘dit betekent niet dat de premier dit ook vindt.’ In HP/De Tijd las ik dat Balkenende meent dat het boek ‘een buitengewoon eenzijdig beeld’ geeft van de koningen Willem I, II en III, waarmee het behoud van de Oranje-mythe misschien toch nog een staatszaak zou kunnen worden.
Het voorwoord van de auteurs liegt er niet om: “Willem I ging ten onder aan zijn eigen koppigheid, Willem II leidde een dubbelleven vanwege zijn biseksualiteit en Willem III was half waanzinnig”. Overigens houdt de in HP/De Tijd geciteerde krantenkop Koning Willem II uit de kast me al enkele uren in zijn greep.
Smeuïge details. Willem III choqueerde zijn omgeving graag door grove taal te gebruiken. Toen in 1862 een Japanse delegatie bij hem op bezoek kwam, riep hij volgens een daar aanwezige hoffunctionaris dat zijn gasten ‘godverdomme wel wandluizen’ leken (blz. 278). Minister van Oorlog Weizel beschrijft hoe de koning op een balkon in Montreux zijn kamerjas opengooide om zijn geslachtsdelen te tonen aan passagiers van langsvarende boten. Een diplomatieke rel werd met moeite gesmoord. Daarna kon de bewindsman van buitenlandse zaken de vorst maar met moeite afhouden van zijn voornemen ‘bij een volgende reis een paar honderd mariniers en enige stukken geschut mee te nemen.’ (blz. 279)
Minister Thorbecke had altijd twee pennen op zak als hij de koning iets wilde laten ondertekenen. Als de koning de eerste pen woedend door de kamer had gesmeten, zei Thorbecke: ‘Hier had ik al op gerekend’ en haalde de tweede pen tevoorschijn.” (blz. 252)
Hierbij moet wel worden aangetekend dat dergelijke woede-uitbarstingen beslist niet waren voorbehouden aan de 19e eeuwse koningen. Op zondag 25 november 2007 herhaalde de VPRO in OVT (radio 1, 10.00–12.00) een in 1962 uitgezonden klankbeeld over koningin Wilhelmina, waarin de luisteraars vernamen hoe de vorstin voor de oorlog over een van haar ministers dacht. Ik citeer: “Woedend ben ik over de verwerping van de wet van mariniers. (??H. Mo.) Deze was zó nodig, maar natuurlijk, als zo’n onkwalificeerbaar, ploertig uilskuiken ene wet verdedigt komt er niets van terecht!”
Met verhalen over Wilhelmina zijn uiteraard pagina’s te vullen. Als jong meisje moest ze met de grootst denkbare omzichtigheid worden benaderd. Ik citeer de presentatrice uit het genoemde klankbeeld, die een brief voorleest: “Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin-Regentes heeft jonkvrouw van de Pol de eer baronesse van Ittersum te verzoeken aan Willem (zoontje van de baronesse, H.Mo.) toe te staan hedenmiddag van kwart over vier tot kwart voor zes bij Hare Majesteit de Koningin te komen spelen”. Daarna horen we de stem van de inmiddels bejaarde baron van Ittersum: “Dan speelden we krijgertje…toen de koningin, ik bedoel de prinses, tien jaar werd moesten wij ‘mevrouw’ zeggen, maar dat deed geen afbreuk aan de prettige omgang onderling…ja … en als ik de koningin tikte, zei ik: “Mevrouw, u bent hem…”.
Deel 2 van het radioportret uit 1962 wordt uitgezonden op zondag 2 december in OVT. Ik laat het me niet ontgaan.

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Er lopen duizenden everzwijnen te veel rond op de Veluwe. Daar is ook een verklaring voor. Ze zijn hun belangrijkste natuurlijke vijand kwijt: Prins Bernhard.
(Bert Wagendorp in de Volkskrant)

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Categorieën:Overdenkingen